toelichting

De noordpunt van de Stützpunktgruppe werd gedomineerd door de kustbatterij “Scheveningen Nord”van de Duitse marine. Deze batterij beschermde aanvankelijk Duitse konvooien voor de kust, maar werd gaandeweg ingericht voor het afslaan van een invasievloot. In de herfst van 1942 werden de vier kanonnen ondergebracht in zware bunkers van het type 671. De vuurleiding geschiedde vanuit de centrale vuurleidingbunker van het opvallend grote type S414. Verder waren er voor de geschutbediening manschappenbunkers (type 501) gebouwd en werd de munitie opgeslagen in grote munitiebunkers (type FL246). Het complex telde verder tientallen gemetselde woonschuilplaatsen en bergplaatsen. De verdediging werd verzorgd door machinegeweren en kanonnen, sommigen in bunkers. De batterij is vrijwel ongeschonden bewaard gebleven.

Ten noorden van deze batterij begon het landfront. In het duin bestond het landfront uit een “Höckerhindernis”, meer naar het oosten uit tankgrachten en een stuk tankmuur. Voor de verdediging van het landfront werden meerdere geschutbunkers (type 625) gebouwd. Van het landfront resteren grote stukken tankgracht, de tankmuur en de meeste kanonbunkers.

De boulevard die ten zuiden van de kustbatterij begon, was voorzien van tankversperringen, zodat de stad vanaf zee niet meer bereikbaar was. Geschut- en mitrailleurbunkers verdedigden het strand, dat sinds eind 1943 steeds verder vol gezet was met obstakels en hindernissen. Al deze werken en objecten zijn na de oorlog gesloopt, zodat Scheveningen weer een badplaats kon worden.