Toelichting

De verdediging van havensteden was van doorslaggevend belang om een invasie vanuit zee onmogelijk te maken. Vandaar dat de havensteden – waaronder Vlissingen – de status Verteidigungsbereich meekregen. Deze status stelde eisen aan de verdedigingsmaatregelen van een (mogelijke) aanval vanuit zee. Een landing vanuit zee moest op het Seefront stuklopen en een aanval van het landleger moest door het Landfront gebroken worden. Het verloop van het Landfront was afhankelijk van de te omsluiten militaire objecten. Vanaf oktober 1942 werd het Verteidigungsbereich Vlissingen verruimd van Groot-Valkenisse over Koudekerke naar het kanaal door Walcheren. Vanaf Nieuw en Groot-Abeele liep het Bereich door naar Fort Rammekens. Binnen de contouren werd het bestaande waterwingebied (Dishoek – Valkenisse) getrokken om zo verzekerd te zijn van drinkwater t.b.v. stad en manschappen. De verdediging bestond voor het grootste deel uit een met water gevulde tankgracht. Bij de aanleg van de 11 kilometer lange tankgracht is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de al aanwezige watergangen. Op een aantal plaatsen was het niet mogelijk om een tankgracht te graven: oostelijk deel een ca. 1,5 kilometer lange tankmuur. Ook aan weerszijden van het kanaal drakentanden i.v.m. de daar aanwezige dijken. Westelijk bij het waterdrinkgebied werd de tankgracht noordelijk verlegd en niet tot aan de duinvoet gegraven. Dit, omdat vrijwel direct na het beeindigen van de graafwerkzaamheden de gracht zich vulde met (drink)water uit de duinen. Het bleek dat een afdekkende kleilaag was weggegraven bij het aanleggen van de 3.5 meter diepe tankgracht. Nu kon het kostbare drinkwater vrijelijk wegvloeien. Om dit tegen te gaan werd er een damwand geslagen en een gedeelte van 400 meter gedempt en voorzien van drakentanden.